Om op die vraag antwoord te vinden, gaan we bij onszelf zoeken naar kenmerken van echte bekering, zoals:
- Heb ik genoeg verdriet over mijn zonden?
- Voel ik iets van de vrede met God?
- Kan ik zien dat er in mijn leven echt iets verandert, dat ik heilig ga leven?
Deze manier van zoeken naar houvast bij jezelf kun je vergelijken met een schipper die zijn anker in het ruim van zijn schip gooit. Hij wil zijn schip stilleggen op de rivier. Het schip is geladen met zand. Het anker blijft daar stevig in vast zitten. Maar het schip drijft gewoon verder, met de stroom van de rivier mee.
Wat moet er dan anders? De schipper moet het anker niet in zijn schip gooien, maar overboord. Dan blijft het in de rivierbodem haken. Zo houdt het anker het schip op zijn plaats.
Ook het anker van het geloof moet overboord. Het moet houvast vinden in de bodem die buiten het schip ligt. Voor een christen ligt die vaste grond in de Bijbel, in het Woord van God, en dan vooral in wat de Heere God belooft en in wat Christus heeft volbracht.
Dan zoek je je zekerheid niet in wat je voelt, maar in wat de Heere God tegen je zegt. Hij belooft dat ieder die Zijn Naam aanroept, zalig wordt (Handelingen 2:21). Hij belooft je dat Hij jouw zonden vergeeft als je ze voor Hem belijdt (I Johannes 1:9). Hij wijst je op het bloed van de Heere Jezus, Zijn Zoon, dat je reinigt van alle zonden (I Johannes 1:7). En de Heere Jezus zegt dat ieder die in Hem gelooft, het eeuwige leven heeft (Johannes 3:16).
Dat zijn beloften waar je van op aan kunt. Laat deze woorden van God je vaste grond zijn. Dan bouw je niet op iets van jezelf, maar alleen op het Woord van God. Dan is dat je troost, dat de Heere God altijd doet wat Hij belooft. Hij is volmaakt betrouwbaar. Hij liegt nooit. Zijn Woord is de waarheid. Als je het anker van je levensschip daarin uitgooit, ligt je vast en veilig, geborgen in de genade en zondaarsliefde van de Heere God.