Veel twijfel en onzekerheid wordt veroorzaakt doordat we proberen te bouwen op dingen die we bij onszelf waarnemen en vinden. Dan zijn we vooral bezig met de vraag: 'Heb ik het echte geloof?'. En: 'Ben ik al bekeerd?'
Om op die vraag antwoord te vinden, gaan we bij onszelf zoeken naar kenmerken van echte bekering, zoals:
  • Heb ik genoeg verdriet over mijn zonden?
  • Voel ik iets van de vrede met God?
  • Kan ik zien dat er in mijn leven echt iets verandert, dat ik heilig ga leven?
Je bent jezelf dan steeds aan het onderzoeken. Je staat als het ware de hele dag voor de spiegel. Soms zie je dan iets, waarvan je gelooft dat dat een kenmerk van echte bekering is. Daar denk je aan te kunnen zien dat de Heilige Geest in je leven aan het werk is. Maar een dag later zie je daar niets meer van. Dan zie je alleen maar mislukkingen bij jezelf. En je trekt de conclusie dat je het je de vorige dag dan ook wel ingebeeld zult hebben.

Deze manier van zoeken naar houvast bij jezelf kun je vergelijken met een schipper die zijn anker in het ruim van zijn schip gooit. Hij wil zijn schip stilleggen op de rivier. Het schip is geladen met zand. Het anker blijft daar stevig in vast zitten. Maar het schip drijft gewoon verder, met de stroom van de rivier mee.

Wat moet er dan anders? De schipper moet het anker niet in zijn schip gooien, maar overboord. Dan blijft het in de rivierbodem haken. Zo houdt het anker het schip op zijn plaats.

Ook het anker van het geloof moet overboord. Het moet houvast vinden in de bodem die buiten het schip ligt. Voor een christen ligt die vaste grond in de Bijbel, in het Woord van God, en dan vooral in wat de Heere God belooft en in wat Christus heeft volbracht.

Dan zoek je je zekerheid niet in wat je voelt, maar in wat de Heere God tegen je zegt. Hij belooft dat ieder die Zijn Naam aanroept, zalig wordt (Handelingen 2:21). Hij belooft je dat Hij jouw zonden vergeeft als je ze voor Hem belijdt (I Johannes 1:9). Hij wijst je op het bloed van de Heere Jezus, Zijn Zoon, dat je reinigt van alle zonden (I Johannes 1:7). En de Heere Jezus zegt dat ieder die in Hem gelooft, het eeuwige leven heeft (Johannes 3:16).

Dat zijn beloften waar je van op aan kunt. Laat deze woorden van God je vaste grond zijn. Dan bouw je niet op iets van jezelf, maar alleen op het Woord van God. Dan is dat je troost, dat de Heere God altijd doet wat Hij belooft. Hij is volmaakt betrouwbaar. Hij liegt nooit. Zijn Woord is de waarheid. Als je het anker van je levensschip daarin uitgooit, ligt je vast en veilig, geborgen in de genade en zondaarsliefde van de Heere God. 

De Heidelberger

Volgens Zondag 7 van de Heidelbergse Catechismus is een echt geloof niet alleen een zeker weten, waardoor ik alles voor waarachtig houd, wat ons God in Zijn Woord geopenbaard heeft, maar ook een vast vertrouwen, dat de Heilige Geest door het Evangelie in mijn hart werkt, dat niet alleen anderen, maar ook mij vergeving der zonden, eeuwige gerechtigheid en zaligheid door God geschonken is, uit louter genade, alleen omwille van de verdienste van Christus.

Calvijn (Institutie)

Calvijn noemt in zijn Institutie in boek 3, hoofdstuk 2, paragraaf 7, het geloof de vaste en zekere kennis van Gods goedgunstigheid jegens ons, die gefundeerd in de waarheid van de vrije belofte in Christus, door de Heilige Geest aan onze geest wordt geopenbaard en aan onze harten wordt bezegeld."